Sturm und Drang

Eigenlijk is er geen betere dag om eens stil te staan bij wat jou ten diepste beweegt dan de dag waarop je verjaart. Voor mij is dat vandaag, deze prachtige stormachtige dag waarop ik volgens de lineaire tijd 56 jaar jong ben geworden.

De dag waarop je je geboorte viert is de ideale dag om jezelf die moeilijkste vraag van allemaal te stellen: wie ben ik? Meestal zijn we geneigd om dan te antwoorden vanuit bekende ‘rollen’ zoals die van werknemer of het beroep dat we uitoefenen, rollen voortkomend uit familieverbanden (moeder, dochter, broer, kind, opa), geslacht, ras, religie en zo meer.

Al deze rollen zijn zeker belangrijk omdat ze deel uit maken van onze identiteit in het hier en nu, maar zeggen hoegenaamd niets over wie jij écht bent en al helemaal niets over waaróm jij hier bent.

De antwoorden op deze vragen zullen we nooit buiten onszelf vinden om de eenvoudige reden dat ze van binnen zitten. Want in elk mens zit een kern waarin zich je authentieke zelf bevindt. Vanuit die authenticiteit ontstaan je drijfveren.

Mijn belangrijkste drijfveer is het wegnemen van leed in de breedste zin van het woord vanuit compassie voor de medemens. Ik realiseer me dat dit voor sommigen misschien hoogdravend over kan komen. Maar zo is het nu eenmaal en ik ben heel dankbaar voor het voorrecht dat ik me hier ten volle bewust van ben geworden.

Terugkijkend zie ik dat ik hierdoor inmiddels al jaren word gedreven. Niet voor niets was ik in mijn vorige werk als advocaat vooral met letselschadezaken bezig, zaken waarin mensen het slachtoffer zijn geworden van (bedrijfs)ongevallen, medische fouten en misdrijven. Niet voor niets ben ik ooit officier van justitie geworden, een beroep waarbij ik vooral gemotiveerd werd vanuit een innerlijke drang om recht te doen door zoveel mogelijk leed te verzachten van slachtoffers. En niet voor niets heb ik jarenlang de portefeuilles zeden, slachtofferzorg en huiselijk geweld gehad; juist deze zaken, waarin mensen diep in hun persoonlijke levenssfeer en veiligheid werden aangetast, raakten mij ten zeerste.

Al heb ik zeker ook compassie gevoeld voor verdachten (soms zelf nog kinderen) die zo’n ellendige levensloop achter de rug hadden dat het geen wonder mocht heten dat ze uiteindelijk achter het hekje waren beland.

Inmiddels mag ik mijn drijfveer tot uiting brengen in het schrijven en spreken over hoe je je gezondheid en leven in de best mogelijke richting kunt sturen door bewust de eigen regie te nemen op dat deel wat we zelf in de hand hebben. Mensen hiervan bewust maken en op weg helpen om hun eigen krachten aan te boren is werk dat mij zeer, zeer gelukkig, tevreden en dankbaar maakt, elke dag opnieuw.

Tijdens mijn verjaardags-Sturm gun ik jou om ook dit magische gevoel van jouw Drang te ontdekken.

Ik zou me geen mooier verjaardagscadeau kunnen wensen.

#Sturmunddrang #drijfveren #eigenregie #geestkracht #bewustwording #geboorte #compassie #authenticiteit

 

 

 

 

Sla je vleugels uit…

Wil jij ook zo graag je vleugels uitslaan en wegvliegen, je droom tegemoet maar heb je daar de moed (nog) niet voor? Niet getreurd, want je bent zeker niet de enige.

Reptielenbrein

Dat komt door ons reptielenbrein, het oudste en meest primitieve deel van onze hersenen dat onder andere verantwoordelijk is voor je overlevingsinstincten. Het wil ons altijd beschermen en koste wat kost vasthouden aan het veilige, het bekende. Het heeft daarom een gruwelijke hekel aan risico’s nemen en onzekerheid. Sterker nog, ons reptielenbrein haat beide met overtuiging en wil maar één ding: dat we lekker in onze comfortzone blijven zitten.

Vandaar dat ik, voordat ik op 52-jarige leeftijd (!) mijn vaste baan als officier van justitie vaarwel zei om verder te gaan als schrijver en spreker, zelf ook de nodige negatieve gedachten en angsten heb ervaren. Sterker nog, ik had een hele angstenhitlijst.

Angstenhitlijst

Op 5: de angst voor het onbekende.

Dit spannende gevoel van loslaten van zekerheid en het onbekende tegemoet gaan deed me denken aan mijn eerste skipogingen. Na een paar dagen ploeteren op een oefenweide had mijn skileraar me meegenomen naar de top van een steile helling. De bedoeling was mijn ski’s parallel te zetten, met de punten naar het dal gericht, en dan in een rechte lijn naar beneden te skiën. Ik moest de ‘Fall-Linie’ skiën. Gáán dus met die banaan. Ik gaapte hem aan alsof ik water zag branden. Het zien van de diepe afgrond in combinatie met een activiteit die overduidelijk werd aangeduid met het woord ‘vallen’, zorgde ervoor dat het zweet me – ondanks de snijdende kou – acuut uitbrak. Door mijn angst boog ik een reflex achterover, zover mogelijk van die veel te verticale afgrond af. Nu weet iedereen dat dit het ergste is wat je kunt doen als je boven aan een met sneeuw bedekte berg op twee lange gladde latten staat, dus dit leidde onmiddellijk tot een pijnlijke valpartij. Pas toen ik mijn angst beter onder controle had en ik voldoende vertrouwen had om voorwaarts te durven leunen in het niets, richting afgrond, bleef ik overeind. Als je je dromen wilt verwezenlijken is het net zo.

Op 4: de angst voor succes.

Wat als je het onverhoopt allemaal waarmaakt? Kun je dit dan wel volhouden of nog overtreffen? Het legt een enorme druk. En ben je echt bereid de eventuele tol te betalen die nu eenmaal ook bij succes hoort? Allemaal food for thought. 

Op 3: de angst voor wat de buitenwereld zal zeggen.

Mensen houden dankzij hun reptielenbrein erg van de status quo, vooral als een goede baan daarvan deel uitmaakt. Degenen die, net als ik, deze status quo eigenhandig verbreken voor een of andere ‘vage droom’ zijn in de visie van velen dus óf hartstikke gek, óf zelfdestructief óf een combinatie van beide. Als je je droom wilt bereiken moet je dus je rug recht houden.

Op 2: de angst voor mislukking.

De ‘ik-ben-niet-goed-genoeg-vrees’ of diens alter ego ‘wie-zit-er-nu-op-mij-te-wachten-schroom’. Weet dat we allemaal dit stemmetje hebben. De kunst is om net zo vaak te mediteren totdat je je innerlijke stem beter kunt horen dan dit irritante geschreeuw.

Met stip op 1: de angst om aan de bedelstaf te geraken oftewel de vrees voor financiële onzekerheid.

Menig nachtje zag ik mezelf al als dakloze lopen met mijn schamele overgebleven bezittingen in zo’n aftandse winkelkar… (Herkennen jullie dat? Dat ‘s nachts sowieso alles erger lijkt dan overdag?). Dit soort stappen risicoloos zetten is onmogelijk. Maar je kunt wel de risico’s zoveel mogelijk beperken. Als je daartoe bereid bent, kun je je vleugels uitslaan.

On the other side of fear, lies freedom

Als je voorbij je angst durft te gaan, blijkt dat je meer vrijheid hebt dan je altijd dacht en voel je vooral weer dat je het maximale uit het leven haalt. Dat je lééft! Vrijheid om te doen wat we echt willen, diep van binnen, daar zijn we toch allemaal naar op zoek?

Onze door angst gedomineerde gedachten zijn de enige echte barrières die ons weerhouden van een nieuwe en opwindende toekomst.

 

 

 

 

 

 

 

 

Terugblik op workshop Gedachtenkracht Pro

Afgelopen zaterdag 23 november heb ik weer de workshop Gedachtenkracht Pro mogen geven, een workshop over de verstrekkende invloed die menselijk bewustzijn heeft op het ontstaan van de werkelijkheid om je heen, maar ook op planten, dieren, water en zelfs machines. Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen worden gevonden in de kwantumfysica, dat deel van de natuurkunde dat de allerkleinste deeltjes van materie bestudeert. Vandaar een uitstapje naar een aantal ronduit bizarre verschijnselen betreffende het gedrag van materie op dat allerkleinste niveau, zoals het gegeven dat vaste materie vrijwel volledig blijkt te bestaan uit energie (elektrische en magnetische golven), het principe van non-localiteit of kwantumverstrengeling en het observereffect.

Het principe van non-localiteit houdt in dat deeltjes die van elkaar gescheiden zijn zich hierna voor altijd van elkaar bewust blijven ongeacht tijd en plaats en zonder aanwijsbare oorzaak. Informatie-overdracht tussen deze deeltjes is onmiddellijk, dus met een snelheid groter dan die van het licht. Reden waarom Einstein dit eigenaardige gedrag van materie spooky action at a distance noemde.

Het observereffect is zo mogelijk nog vreemder. Dit stelt dat elektronen zich onder invloed van menselijk bewustzijn, bijvoorbeeld als een mens het gedrag van elektronen observeert of meet, anders gaan gedragen, alsof ze weten dat ze bekeken worden. Ja, ik weet dat dit volstrekt absurd klinkt maar uit onderzoek blijkt dat kwantumfysici dit verschijnsel zelf hebben ervaren. Op het moment dat niet gekeken werd bleken elektronen zich te gedragen als een golf van energie, maar als men het gedrag wilde observeren, bijvoorbeeld door meetapparatuur te plaatsen, gedroegen ze zich opeens als een deeltje.

Deze bewustzijnstheorie wordt onder andere aangehangen door wiskundige John von Neumann en Nobelprijswinnaars natuurkunde Werner Heisenberg, Niels Bohr en Max Planck, voorwaar niet de minsten. Ultieme uitvloeisel van deze bewustzijnstheorie is dat menselijk bewustzijn ervoor zorgt dat een golf van informatie (energie) die nog alles kan worden verspreid over plaats en tijd samenvalt op één plaats en op één moment in één fysiek evenement: een deeltje. Materie dus. Als je deze theorie volgt zou dat betekenen dat menselijk bewustzijn onze realiteit vormt zodat wij mensen minimaal de co-creators zijn van onze werkelijkheid. Een zeer interessante stelling, die de nodige stof tot nadenken oplevert.

Vanaf het moment dat ik zelf een heel bijzondere gebeurtenis – waarin een uil de hoofdrol speelt – heb mogen meemaken, ben ik van dit observereffect (dat je losjes zou kunnen vertalen naar de manier waarop de wet van de aantrekkingskracht werkt) al overtuigd geraakt. Zelf had ik in het geval van de uil immers gezien dat gefocuste gedachten in combinatie met sterke gevoelens die zich vastzetten in je verbeelding op de een of andere manier het ontstaan van de werkelijkheid konden beïnvloeden.

Nadat ik me inmiddels al meer dan zes jaar in deze materie heb verdiept, blijkt er ook een wetenschappelijke verklaring te zijn voor hoe een onstoffelijk verlangen naar iets wat zéér onwaarschijnlijk is zich desalniettemin exact zo manifesteert in de stoffelijke (zintuiglijke) realiteit van alledag. De sleutel ligt in het kwantumgegeven dat materie niet vast is, maar uiteindelijk bestaat uit energie. Alle vaste materie bestaat immers uit atomen (wij zelf ook), die op het allerkleinste niveau weer bestaan uit elektrische en magnetische energie. Nu onze gedachten en gevoelens ook een vorm van elektrische en magnetische energie zijn, is het op kwantumniveau zelfs logisch dat deze materie en dus de realiteit kunnen beïnvloeden. Want als de elektrische of magnetische energie (of beide) van een atoom verandert, verandert dit de manier waarop het atoom zich uitdrukt in materie en verandert dus onze werkelijkheid. Een eindeloos fascinerend thema wat mij betreft :-).

Hoe dan ook, het was een mooie middag met fijne deelnemers die ook de diverse oefeningen met enthousiasme hebben uitgevoerd. Een bijzonder woord van dank aan beeldend kunstenares Claudia Volders, die tijdens deze workshop live deze prachtige impressie heeft gemaakt. Ik vind het een prachtige en krachtige visuele vertaling van alles wat ter sprake is gekomen.

Op naar de volgende editie van Gedachtenkracht Pro op zaterdag 14 maart 2020 van 14.00 -18.00 uur in yogastudio Yoga & More Maastricht!

Niet alleen denken, maar doen!

Op 10 oktober a.s. mag Pascale op uitnodiging van de vereniging Vrouwen van Nu twee lezingen geven tijdens haar jaarlijkse beurs in Alphen aan den Rijn. Vrouwen van Nu is met zo’n 45.000 leden de grootste vrouwenvereniging van Nederland. Haar missie is om met de kracht van vrouwen onze leefomgeving te versterken.

Pascale’s lezing is getiteld: ‘Waar wacht je nog op? Niet alleen denken, maar doen!’, een hartstochtelijk pleidooi om (eindelijk) in actie te komen en stappen te zetten zodat je je droom kunt verwezenlijken. Uit eigen ervaring weet ze dat dit tot heel mooie ervaringen kan leiden!

Uit onderzoek blijkt dat mensen op hun sterfbed de meeste spijt hebben van dat wat ze niet hebben gedaan in hun leven. Met stip op de eerste plek stond: spijt dat ze hun droom niet hadden nagejaagd.

Dus waar wacht jij nog op? Niet alleen denken, maar doen!

nietdenkenmaardoen waarwachtjenogop? vrouwenvannu realiseerjedromen thetimeisnow vanwensnaarwerkelijkheid

Winnares US Open: overwinning eerst gevisualiseerd, toen werkelijkheid gemaakt!

De pas 19-jarige Bianca Andreescu uit Canada heeft de US Open gewonnen en zo voorkomen dat Serena Williams haar 24e grandslamtitel pakte.

In een interview dat ze gaf voor deze gedenkwaardige tennisfinale vertelde ze dat ze in New York haar droom leeft. Andreescu gelooft in de kracht van meditatie en visualisatie.

‘Voor de finale verklaarde de Canadese tiener al dat ze dankzij meditatie geen vrees kende voor het fanatieke publiek in New York of de reputatie van Williams: ‘Ik denk dat je veel kunt beheersen als je je gedachten kunt beheersen. Als ik op de baan sta in deze grote stadions, ben ik heel goed in het uitsluiten van alles wat er om me heen gebeurt’, aldus Andreescu in de Volkskrant.

Daarnaast schreef ze zichzelf sinds het winnen van een belangrijk jeugdtoernooi elk jaar een fictieve cheque uit met daarop het prijzengeld van de US Open waarbij ze in haar verbeelding voor zich zag hoe ze Williams had verslagen. Zaterdag speelde ze om de echte 3,85 miljoen dollar, de rest is geschiedenis.

‘Het is zo gek dat het nu werkelijkheid is geworden’, zei Andreescu. ‘Het lijkt erop dat die visualisaties echt, echt werken.’

Hoe cool is dat?

Net als haar collega Novak Djokovic is ze dus groot fan van visualisatie, het in je geest oproepen van levendige beelden van een (zeer) gewenste situatie. Doordat onze hersenen het verschil niet kunnen zien tussen een echte situatie en een die we zo levendig mogelijk oproepen in onze geest, gaan de hersenen zich al voorbereiden op die ingebeelde situatie. De gevisualiseerde beelden worden dus als zo levensecht gezien, dat je die toekomst naar je toe gaat trekken.

Dat uitschrijven van een denkbeeldige cheque heeft ze hoogstwaarschijnlijk afgekeken van acteur Jim Carrey, die in 1987 – lang voordat hij doorbrak – 10 miljoen dollar aan zichzelf uitschreef voor ‘geleverde diensten als acteur’. Als datum vulde hij in: Thanksgiving 1995. Vervolgens bleef hij dit jarenlang visualiseren, totdat hij in 1994 inderdaad een gage kreeg van 10 miljoen dollar voor zijn hoofdrol in Dumb and Dumber.

Natuurlijk wil ik hiermee geenszins suggereren dat Andreescu of Carrey puur dankzij visualisatie zover gekomen zijn. Een droom bereiken is altijd ook een kwestie van talent, keihard werken en doorzetten. Maar het oproepen van krachtige, levensechte beelden van je gedroomde leven helpt echt om dit dichterbij te krijgen.

Mocht jij ook belangstelling hebben voor deze materie, overweeg dan eens deel te nemen aan een van mijn workshops. A.s. zaterdag 14 september geef ik bijvoorbeeld de workshop ‘Gedachtenkracht Basis’, over de invloed van je mindset op je gezondheid en levensverwachting, in Maastricht.

Komende workshops:

Op zaterdag 2 november a.s. geef ik samen met trainer Egbert Brons de workshop ‘Magie van Manifestatie. Van Wens naar Werkelijkheid’ in Utrecht; zaterdag 23 november a.s. geef ik de workshop ‘Gedachtenkracht Pro’ in Maastricht over hoe jouw gedachten jouw werkelijkheid creëren en op zaterdag 25 januari 2020 geef ik de workshop ‘Leren Visualiseren’ in Maastricht.

Wie weet zit hier iets voor jou bij!

Aanmelden via de workshops-pagina van mijn website!

Teigetje versus Iejoor

Je kent ze vast wel. De types die altijd wel iets te mekkeren, te zeiken of te zaniken hebben. Het kan je immer pessimistische buurvrouw zijn, je voortdurend in de klaagstand verkerende schoonvader of – als je echt pech hebt – je eigen echtgeno(o)t(e), partner of kind(eren) bij wie het glas nog niet eens voor een kwart vol te krijgen is.

Als je van jouw wens werkelijkheid wilt maken, is het zaak om je door deze ‘happiness leeches’ oftewel ‘geluksbloedzuigers’, een term bedacht door de Amerikaanse bestsellerauteur Gretchen Rubin, niet uit het veld te laten slaan. Door hun niet aflatende negativiteit rond te spuien, putten ze zelfs de meest optimistische mensen zo uit, dat er van enig geluksgevoel nauwelijks nog sprake is, laat staan dat je nog durft te reppen over jouw grootse dromen.

Gretchen onderscheidt drie soorten bloedzuigers:

De lanterfanters, die niet hun eerlijk deel van het werk doen en soms expres een slecht resultaat afleveren of voortdurend op een negatieve manier aandacht vragen; de hufters, die geen respect voor anderen hebben, voortdurend tarten of bekritiseren, zich onfatsoenlijk of brutaal gedragen, kwaadaardige roddels verspreiden, anderen expres in verlegenheid brengen, pesten of commanderen, met andermans veren strijken, noodzakelijke informatie achterhouden of de conversatie domineren. En de kankeraars, die altijd ongelukkig, pessimistisch, angstig of steunzoekend zijn. Omdat negatieve emoties besmettelijker zijn dan positieve en ook langer aanhouden, kan één kankeraar de stemming van een hele groep beïnvloeden. Het probleem met deze bloedzuigers is dat ze, waar ze ook maar opduiken, de sfeer voor iederéén verpesten.

Een prototype van de kankeraar is Iejoor, de ezel uit het verhaal van Winnie de Poeh. Hij is Winnie’s vriend maar o zo pessimistisch, somber en gedeprimeerd van aard. Iejoor loopt daarom ook altijd met zijn hoofd omlaag.

Diens tegenhanger is Teigetje, de kleine onbezonnen en hyperactieve tijger uit hetzelfde verhaal. Hij houdt juist heel erg van blij rondstuiteren. Teigetje is een beetje gek en altijd vrolijk. Hij heeft naar alle waarschijnlijkheid (onbehandelde) ADHD en een overdosis optimisme.

En hoe verleidelijk het voor een Teigetje ook is om zo’n Iejoor proberen op te vrolijken, het devies is: doe het niet! Trap niet in die val want je kunt andermans stemming niet veranderen. Het tegendeel is waar: bloedzuigers worden doorgaans juist minder stellig in hun negatieve uitspraken als ze voelen dat de ander hun uitgangspunt erkent in plaats van aanvalt of wegredeneert.

Toen ik jaren geleden dit advies van Gretchen las, beleefde ik een waar Aha-moment. Want ik had inderdaad precies dezelfde ervaringen. Als ik wel eens per toeval een geluksbloedzuiger tegenkwam, kon ik het scenario al uittekenen:

De bloedzuiger kijkt met permanent gefronste wenkbrauwen de wereld in, mondhoeken naar beneden, gepijnigde blik op het gezicht.

Ik, zo jolig en energiek mogelijk: ‘Héé, hallóóó! En, hoe is t’ie?’, met glimlach van oor tot oor.

Bloedzuiger (nauwelijks verstaanbaar en zonder ook maar een spier te vertrekken): ‘Niet zo goed.’

Ik, in ware cheerleaderstand: ‘O…, jóh! Nou, dat zal toch wel allemaal meevallen, niet? Moet je zien wat een heerlijk weer het is, lekker hè, zo buiten?’

Bloedzuiger: ‘Ik háát het als het zo warm is. Het felle licht doet me pijn aan mijn ogen. Ik zweet om niks. Ik ben blij als het eindelijk afkoelt. Geef mij maar regen.’

Ik, nu ietwat geforceerd: ‘Ha, ha! Grappig! Nee maar even serieus, zalig dat het nu zo lang licht is, niet? Kun je nog lekker veel doen buiten! Even terrasje pikken, een eind gaan fietsen of wat rommelen in de tuin. Aaah…’ (zucht van tevredenheid), ‘niks mooier dan een lange zomeravond, vind je niet?’

Bloedzuiger: ‘Ik kan niet slapen als het niet donker is. Daardoor word ik nog vermoeider dan ik al was. Ik word ook altijd gestoken door muggen. Daarom zul je mij niet buiten zien als het avond wordt, voor geen goud! Ik kan niet wachten totdat de klok weer terug gaat en alles weer normaal wordt. Ik vind sowieso dat zomer altijd wordt overschat. Ik snap niet wat jij er aan vindt.’

Ik, nu uit het veld geslagen: ‘Euh…’.

Het gebeurt niet zo vaak, maar toen kon ik zelfs geen woorden meer vinden. In mijn pogingen dit soort bloedzuigers te overtuigen optimistisch in het leven te staan, bleef ik er tegen in gaan. Fout, fout, helemaal fout.

Onze Gretchen ontwaarde ook al dit patroon. Teigetjes steken juist hun überpositivo kopjes op in reactie op Iejoors en andersom. Mensen die nadrukkelijk positief zijn ingesteld en mensen die nadrukkelijk negatief zijn ingesteld polariseren elkaar. Als een Teigetje een Iejoor tegenkomt, wordt de eerste nóg dwingender opgewekt en laatstgenoemde nóg negatiever. Zo proberen ze elkaars invloed te neutraliseren maar ondertussen putten ze elkaar compleet uit. Met ieder vrolijk uitgesproken ‘Kop op! Het zal echt niet zo erg zijn!’, zakt de ander verder weg in zijn eigen loopgraaf vol met ellende.

Deze patstelling kun je alleen doorbreken door de gevoelens van de ander te erkennen zonder deze te corrigeren of te ontkennen. Hierdoor zal de spanning verminderen.

Mijn advies aan alle Teigetjes? Geef de strijd op en accepteer dat je de ander niet zult kunnen bekeren.

En misschien, héél misschien, zal Iejoor zijn kop dan ietsie pietsie minder laten hangen.

180 graden draai

In mijn boek Het Jaar van de Uil omschrijf ik hoe ik na de dood van mijn vader in een diepe put beland. Kort hierna vinden er allerlei bijzondere gebeurtenissen plaats die uiteindelijk uitmonden in een intense spirituele ervaring. Deze heeft mijn hele leven op de kop gezet en er zelfs toe geleid dat ik per 1 januari 2016 mijn vaste baan als openbaar aanklager heb opgegeven om mijn schrijvershart te kunnen volgen.

Iedereen die mij eerder zou hebben voorspeld dat ik – ultranuchtere officier van justitie – ooit iets met spiritualiteit zou krijgen, had ik voor gek verklaard. Ik had er niks mee en geloofde eenvoudigweg niet in ‘wonderen’ of anderszins onverklaarbare verhalen, vooral niet als die te maken hadden met ‘tekens van gene zijde’. Daar was ik zelfs wars van, overtuigd als ik was dat mensen die een groot verdriet moesten trotseren zichzelf wellicht (uit zelfbescherming en dus met de beste bedoelingen) van alles wijsmaakten om zich getroost te kunnen voelen.

Ik was er juist trots op dat ik daar ‘niet in trapte’ vanwege mijn realistische en zakelijke houding. Mijn motto? Eerst zien, dan geloven. En dus geloofde ik niets totdat ik er onomstotelijk bewijs voor had.

Tot dat gedenkwaardige moment had ik mijn hele werkzame leven in een juridische omgeving verkeerd, eerst als advocaat en daarna als officier van justitie. Een heel interessant en betekenisvol milieu waarin ik, met mijn logisch en analytisch denkvermogen, prima tot mijn recht kwam.

Als advocaat van de eisende partij was ik er altijd op uit om het gestelde te staven. Niet voor niets zegt de gevleugelde uitdrukking: ‘Wie eist, bewijst!’ Na mijn overstap naar het Openbaar Ministerie werd deze professionele neiging om alles te moeten bewijzen zo mogelijk nog verder aangewakkerd. Want als officier van justitie was het immers mijn core business om het wettige én het overtuigende bewijs te leveren voor de strafbare feiten die ik aan een verdachte verweet. Er mocht geen greintje twijfel zijn, anders resulteerde de strafzaak immers in een vrijspraak.

Zodoende was ik beroepshalve dag in, dag uit, al meer dan een kwart eeuw lang, op zoek naar keiharde en onweerlegbare aanwijzingen dat iets absoluut klopte. Vind je het dan gek als ik verklap dat ik niets voor waar aannam totdat ik er sluitende objectieve argumenten voor had?

Maar dan gebeurt er in mijn privéleven iets dat zó bijzonder is, dat het mijn vertrouwde en overzichtelijke wereld op zijn grondvesten doet schudden en mij voorgoed verandert.

Sindsdien weet ik dat het precies andersom is.

Je moet eerst geloven om het vervolgens te kunnen zien.

De oester opent zich

Vanaf het moment dat ik het schrijven had ontdekt, besteedde ik het grootste deel van mijn spaarzame vrije tijd aan een wekelijkse column voor mijn blog. Langzaam maar zeker durfde ik dankzij het schrijven steeds iets meer van mezelf te laten zien. Beetje bij beetje werd die dichtgeklapte oester waarin ik me inmiddels al langere tijd tegen wil en dank bevond,  open gewrikt.

Hoe persoonlijker mijn columns, hoe meer herkenning er ontstond bij mijn lezers. Het verhaal van de één, blijkt vaak ook het verhaal van de ander. Dat vind ik nog steeds een hele mooie gedachte.

Schrijven maakt me gelukkig en voorziet in een sterke persoonlijke behoefte, zoveel was duidelijk. Na een tijdje wilde ik ook over mijn werk als openbaar aanklager gaan schrijven. Ik vond het namelijk hoog tijd om eens het menselijke gezicht achter die strenge zwarte toga te laten zien. In de juridische wereld is het tonen van emoties not done. Ik vond het echter juist belangrijk om te tonen dat een officier van justitie ook worstelt met twijfels, gevoelens en dilemma’s.

Mijn idee leidde er uiteindelijk toe dat ik een wekelijkse column kreeg in het Algemeen Dagblad. Daarin liet ik zien wat het werk voor impact had op verdachten en slachtoffers, maar ook op mij en mijn gezinsleden. Aangezien ik destijds wel nog dagelijks dit werk deed, stelde ik me dus heel kwetsbaar op. Inmiddels heb ik geleerd dat een kwetsbare opstelling geen teken is van zwakte maar juist van moed, durf en kracht. Zo werd ik dus een schrijvende officier oftewel een aanklagende columnist.

Kort hierna, eind 2012, sterft mijn vader, waarna ik – een echt papa’s kindje – in een intensief rouwproces terecht kwam dat me laag voor laag afpelde, totdat van mij alleen nog mijn pure kern resteerde. In deze periode kwam ik terecht op de bodem van een hele diepe put. Door het verdriet in volle omvang toe te laten, kwam ik er uiteindelijk sterker uit dan dat ik erin ging. Tijdens deze trieste periode vonden verschillende opmerkelijke gebeurtenissen plaats, die uitmondden in een intense spirituele gebeurtenis waarin een uil een magische rol speelde.

Deze ervaring heeft mij voorgoed veranderd. Vanaf dat moment kon ik niet meer tegen geweld. Het leek wel alsof ik extra gevoelig was geworden voor alles wat ver af stond van vrede, liefde en harmonie. Zodoende had ik nu wel een probleem want mijn toenmalige professionele wereld van de misdaadbestrijding was daarvan immers lichtjaren verwijderd.

Sinds dat betoverende moment heb ik nog meer ontzag gekregen voor de natuur, ervaar ik een grote verbondenheid met anderen en vertrouw ik volledig op mijn gevoel en intuïtie. En de oester opende zich en er  bleek zowaar een parel in te zitten:  dankzij de uil had ik mezelf hervonden.

Sindsdien heb ik besloten om alleen nog mijn hart te volgen.

Drang naar connectie

Op 1 januari 2016 heb ik mijn officierstoga definitief aan de wilgen gehangen zodat ik mijn droom, een bestaan als schrijver, kon najagen. Deze beslissing heb ik natuurlijk niet van de ene op de andere dag genomen. Als lid van de rechterlijke macht had ik immers een goede, vaste (!) baan met veel verantwoordelijkheid en een aardig inkomen. Werk was er altijd meer dan genoeg dus ik had er gemakkelijk tot aan mijn pensioen kunnen blijven. Maar jaren eerder was er al – haast ongemerkt – een proces in gang gezet dat later onomkeerbaar bleek.

Het begon allemaal met het onbestemde gevoel dat ik, ondanks mijn drukke bestaan als hardwerkende officier en liefdevolle moeder, partner en dochter die de meest uiteenlopende bordjes tegelijkertijd hoog kon houden, iets miste in mijn leven. Ik wist alleen niet wat. Dat gevoel werd steeds vervelender en uiteindelijk zelfs ronduit frustrerend. Het was om gek van te worden.

Totdat ik op een dag in de krant een hele mooie column las die me erg raakte en door me heen flitste: dát wil ik ook! Met mijn pennenvruchten wilde ik mensen recht in hun hart treffen door ze te ontroeren, aan het lachen te maken of tot andere inzichten te brengen. Eindelijk had ik het ontbrekende stukje van de puzzel gevonden. Ik had behoefte aan een creatieve uitlaatklep als tegenwicht tegen alle ellende die ik beroepshalve meemaakte. Want mijn vak als openbaar aanklager – leiding geven aan het opsporingsonderzoek van de politie en verdachten van strafbare feiten voor de rechter brengen – was niet alleen betekenisvol maar ook zwaar omdat het mij dagelijks de duistere kant van de maatschappij liet zien. Heftige zaken zoals gewapende overvallen, dodelijke verkeersongevallen, inbraken, stalking, huiselijk geweld, afpersing, zedenzaken, doodslag en moord behoorden tot mijn core business. Na zoveel jaar was ik toe aan luchtigere onderwerpen.

Maar bovenal ontdekte ik dat ik schrijven dringend nodig had als instrument om connectie te maken met anderen. Want mijn baan creëerde een enorme afstand. Vanwege de veiligheidsrisico’s was ik extreem voorzichtig in het aangaan van contacten en hield ik me verre van alle social media, totdat ik uiteindelijk zo gesloten was geworden als een oester. Omdat ik van nature juist heel open ben, ging dat steeds meer schuren.

Toen ben ik dus columns gaan schrijven. Eerst alleen voor mezelf, maar na een tijdje won mijn drang om gelezen te worden het van mijn angst om mijn diepste zielenroerselen te delen met een onbekend publiek en ben ik, zelfbenoemde miss low profile, mijn coolcolumns blog begonnen.

Een passie was geboren.

Poolster

De term Poolster heb ik geleend van Martha Beck, een Amerikaanse bestsellerauteur die al jaren een zeer succesvolle life coach is. Ik kwam haar op het spoor dankzij haar artikelen in O Magazine, het tijdschrift van Oprah Winfrey. Tijdens het lezen werd ik telkens overmand door een sterk Aha Erlebnis. Zij weet als geen ander complexe psychologische fenomenen met een gezonde portie humor en wijsheid te vertalen naar begrijpelijke en o zo praktische tips voor alledag.

Haar boek Expecting Adam, over de periode dat ze zwanger bleek van een zoontje met Down-syndroom, betekende haar grote doorbraak. Hierin beschrijft ze op ontroerende, authentieke en humorvolle wijze haar eigen worsteling met het idee dat ze geen ‘perfect’ kind op de wereld zal zetten. Maar het boek gaat vooral over haar ontdekking dat Adam zo ontzettend puur blijkt te kunnen genieten van de ‘kleine’ dingen die wij vanzelfsprekend vinden. Een ontdekking die haar hele bestaan op de kop zal zetten, omdat ze daardoor leert dat zij verkeerde keuzes in haar leven heeft gemaakt. Zo besluit ze abrupt te stoppen met de academische carrière die haar zo ongelukkig maakt en gaat ze eindelijk datgene doen waar haar hart ligt en waar ze zo goed in is: mensen helpen het beste uit hun leven te halen.

Nadat ik haar boek in één ruk uit had gelezen, hunkerde ik naar meer. Dus bestelde ik ook haar andere boeken. Zo kwam ik Finding your own North Star op het spoor, het boek waarin ze de Poolster aanduidt als ieders lotsbestemming.

Het goede nieuws: iedereen heeft een eigen Poolster, die onveranderlijk aangeeft waar je naar toe moet als je gelukkig wilt worden. Je vindt hem door te doen wat je goed doet en wat jou plezier geeft.

Het slechte nieuws: niet iedereen kan hem altijd even duidelijk zien, bedekt als de lucht is met dichte mist (bij mensen die wel heel ver zijn afgedwaald), laaghangende bewolking (bij personen die slechts een vaag idee hebben van waar ze naar toe willen) of schapewolkjes die hem af en toe aan het zicht onttrekken (bij diegenen die wel ontdekt hebben wat ze het liefst willen doen maar nog af en toe obstakels tegenkomen).

Hoe weet je nu wat jouw Poolster is? Martha heeft daar 365 bladzijden voor nodig maar ik zal het hier noodgedwongen kort houden. Als er iets is waarin je je helemaal kunt verliezen als je ermee bezig bent, als je iets doet waardoor je geen besef van tijd meer hebt, waarvan je ogen gaan sprankelen en waarbij je je volkomen gelukkigvrij en ontspannen voelt, dán is die activiteit jouw Poolster.

Mijn Poolster is schrijven, al duurde het wel een tijdje voordat ik dit ook door had. Achteraf gezien lag dat vooral aan het bewust negeren c.q. niet oppikken van allerhande signalen die mij al eerder op dit pad zouden hebben gebracht, tenminste als ik toen had gedurfd of ervoor open had gestaan.

Natuurlijk geldt dat hoe eerder jij je Poolster hebt gevonden, hoe beter het voor je is. Dat gaat zelfs zover dat je niet alleen ongelukkig, maar zelfs letterlijk (lichamelijk en/of geestelijk) ziek kunt worden als je te ver van jezelf af bent gedreven. Maar voordat je daadwerkelijk de sprong in het diepe waagt moet de tijd daar eerst rijp voor zijn.

Op het moment dat ook de allerlaatste flarden van bewolking aan de hemel zijn verdwenen, zul je jouw Poolster eindelijk helder zien schitteren in al zijn pracht.

Dan weet je het zeker.

Het is tijd om te springen.