DRIJFVEREN: interview met Daphne Stumpel-Marquet
D R I J F V E R E N
In het kader van een reeks interviews getiteld “DRIJFVEREN”, interview ik succesvolle vrouwen en mannen over hun heilige vuur. Wat drijft deze bijzondere mensen eigenlijk, diep van binnen? Waar vinden zij dat het om draait in het leven? Aan welke factoren schrijven zij hun succes toe? En heeft het succes hen ook gelukkiger gemaakt?
Daphne Thérèse Marie Stumpel-Marquet, geboren in Maastricht op 21 mei 1958, is de eeneiige tweelingzus van Deborah. Gezamenlijk zijn ze wereldberoemd geworden als “The Marquet Twins”. Daphne is acht minuten ouder dan haar zus. Al op 16-jarige leeftijd vertrok ze, samen met Deborah, naar Amsterdam om zich bij Benjamin’s Modern Jazz Dance Center verder te bekwamen in dans en ballet. Maar ook Amsterdam bleek al snel niet meer groot genoeg voor haar. Want toen ze amper 18 jaar was, ging ze op jacht naar haar droom: dansen bij één van de grote shows in een wereldberoemde club in Parijs. Dat werd L’Alcazar de Paris, waar ze samen met Deborah furore maakte, onder andere met een tot in details geperfectioneerde spiegelact. Haar succes bleef ook daar niet onopgemerkt want na drie jaar lonkte zelfs het mekka van de showbusiness: Las Vegas! Daar trad ze jarenlang met veel succes op. Tegenwoordig woont ze inmiddels al weer 26 jaar in San Francisco waar ze gelukkig is met haar man Lambert en dochter Bente.
“De gelukkigste mensen zijn diegenen die van hun passie hun werk kunnen maken dus als je een passie hebt, ga er dan voor!”
Vandaag is het de beurt aan Daphne Stumpel-Marquet, die ik via Facetime interview vanuit de keuken van haar sfeervolle huis in hartje San Francisco.
Jij bent al vroeg heel succesvol geworden in jouw danscarrière. Je verliet op 16-jarige leeftijd Maastricht, toen een slaperige provinciestad, en vertrok naar Amsterdam. Daarna volgden Parijs en zelfs Las Vegas. Aan welke factoren schrijf jij je succes toe?
Op de eerste plaats: talent. Op de tweede plaats: dat we de ambitie hadden om daar iets mee te gaan doen. En als derde factor: het feit dat we tweeling waren want dat maakte dat we opvielen. Het tweelingzijn heeft dus zeker ook bijgedragen aan mijn succes. Anders was ik een talentvolle danseres geweest en had ik misschien harder moeten knokken.
Als je het over ambitie hebt, spreek je dan over wat ik het “heilige vuur” noem? Je wilde per se succesvol zijn als danseres met je tweelingzus?
Ja, inderdaad.
Heb je zelf nog iets moeten overwinnen om succesvol te kunnen worden, bijvoorbeeld verlegenheid, faalangst of zenuwen om het podium op te gaan?
Nee. We waren wel verlegen als kinderen maar niet met optreden. Dat was vanzelfsprekend voor ons en dat deden we meteen zonder angst. Natuurlijk ben je zenuwachtig voor een openingsavond, TV-optredens of enorm grote evenementen maar dat vonden we juist opwindend, dat hoorde erbij en maakte het extra spannend omdat we dan voelden dat het belangrijk was.
Toen je eenmaal succes had, voldeed dit toen helemaal aan jouw verwachtingen of was het in werkelijkheid anders dan je had gedacht?
Ja het was zoals verwacht en meer. Ik was 100% procent gelukkig. De twee grote stappen die veel betekend hebben in mijn carrière waren Parijs en Las Vegas. Die waren fantastisch waren en voldeden meer dan 100% aan mijn verwachtingen.
Wat heeft het succes jou gebracht in positieve en eventueel ook negatieve zin? Heeft het succes jou gelukkiger gemaakt?
In de positieve zin heb ik van mijn hobby mijn vak gemaakt, wat al een voorrecht is. Daarnaast heb ik veel van de wereld gezien. En dankzij mijn optredens heb ik mijn man leren kennen omdat hij naar onze show kwam kijken. Ik ben nu ruim dertig jaar gelukkig getrouwd en heb een fantastische dochter. Ik zie niets negatiefs wat het succes heeft gebracht, behalve voor mijn moeder omdat we ver van huis terecht zijn gekomen. De liefde heeft wel gemaakt dat Deborah en ik ver uit elkaar wonen, dat vind ik wel jammer. De vraag of het succes mij gelukkiger heeft gemaakt is moeilijk te beantwoorden omdat je niet weet hoe het anders zou zijn geweest maar ik denk haast van wel. Want als ik geen succes had gehad met dansen had ik een andere carrière gehad waarin ik misschien niet dezelfde voldoening had gevonden. Ik heb nu mijn passie vervuld, dat is moeilijk te evenaren.
Heeft het succes jou als persoon ook veranderd?
Ik kan niet zeggen of het mij veranderd heeft want ik ben veel te jong begonnen. Toen we twaalf waren begonnen onze TV-optredens al.
Wanneer wist je dat je wilde gaan dansen?
Vrij in het begin. We gingen als negenjarigen op balletles en deden sindsdien niets anders meer dan dansen zodra we thuiskwamen. Als ik in mijn eentje was geweest, had ik dat misschien ook wel gedaan, maar nu waren we met zijn tweetjes. We waren nog maar net op balletles toen we meteen al een solo hadden tijdens een uitvoering op school. We hadden allebei meteen de drang en de passie om met dansen iets te doen. Terwijl we vóór dat moment van de eerste balletles altijd aan het tekenen waren, we hadden hele schetsboeken vol.
Was het ambitieniveau gelijkelijk over jullie tweeën verdeeld of brandde het heilige vuur net wat harder bij de één dan bij de ander?
Ik geloof dat dit hetzelfde was want ik kan me niet herinneren dat we moesten repeteren en dat ik dan aan mijn zus moest trekken van “Kom nu!” of dat ze liever buiten wilde spelen. Andersom ook niet.
Had je dit succes ook alleen kunnen hebben?
Euh…(denkt even na). Dan had het er wel heel anders uitgezien. Als ik alleen was geweest had ik in verhouding nog meer concurrentie gehad. Ik zou wel als danseres succesvol kunnen zijn geweest, maar als eenling zou ik natuurlijk veel minder publiciteit hebben gekregen dan als tweeling.
Op een gegeven moment ga je voor een groot publiek optreden, je zit in de grootste shows, jullie doen je beroemde “spiegelact”, je hebt succes. Vond je het belangrijk dat je een bepaalde dynamiek had met het publiek, dat je een draadloze verbinding maakte met de mensen in de zaal?
Ja! Het publiek maakte altijd dat ons hart opensprong, zoals wij dat dan noemden. En als dat gebeurde, werden we helemaal high, dan maakte zich zo’n euforisch gevoel van ons meester! Dat hoefde maar iemand in het publiek te zijn die naar me lachte, of iemand in de zaal die verrukt zat te kijken, het hoefde maar één gezichtsuitdrukking te zijn…Soms maakten we elkaar daar ook attent op tijdens de show, dan zei ik bijvoorbeeld “Linksvoor!” ten teken dat daar iemand zat die mij de energie gaf om op een hoger niveau te komen, om een gevoel te krijgen van “O wat is het toch heerlijk om dit te doen!”. Soms waren we het ook zelf; we konden ook wel eens dat extra dingetje, die extra lach hebben waardoor ons hart opensprong. Dat is het moment waarop ik dacht: “Daar kan ik nooit zonder!”
Was het daar niet juist allemaal om te doen, om dat euforische gevoel te beleven?
Ja, daar doe je het voor zodat je je zo gelukkig kunt voelen. Soms hadden we dat één keer, maar soms ook wel tien keer per optreden. Wij werkten er altijd voor om dit minstens één keer per show te ervaren. En dat euforische gevoel kwam dus niet zozeer met het applaus want dat krijg je na afloop sowieso wel. Nee, het was juist dat moment tijdens een optreden waarop alles klopte dat ons hart opensprong.
Mis je de showbizz en de spotlights nog wel eens? Dat gevoel dat je hart openspringt?
Nou, dat gevoel hebben we teruggevonden in de carnavalsparade van Aruba. De muziek, het moment dat je met zijn allen even een bijzonder moment meemaakt dat je deelt met anderen. Die saamhorigheid, de gezamenlijke liefde voor de carnaval, dan springt je hart open van geluk. Alles kan dit gevoel triggeren. Ik heb dit met carnaval als ik met Deborah achter de muziek aan loop, je herkent het liedje of iemand doet iets geks. Dan kijken we elkaar aan en begrijpen elkaar meteen. De spotlights van de showbusiness komen toch niet meer terug dus daar blijf ik niet in hangen. Ik heb dit gehad, ik ben daar tevreden mee, we hebben alles gedaan wat we hebben willen doen. We zijn gestopt toen we daar allebei klaar mee waren. Voor Deborah was dat het moment waarop ze zwanger raakte van haar eerste kind, voor mij was dat de periode waarin ik me met Lambert op een toekomst in Amerika ben gaan richten.
Jij woont nu heel ver van Deborah af (Deborah woont op Aruba, zo’n kleine 6.000 kilometer verderop, red.). Wat betekent jouw tweelingzus voor jou?
Alles. We praten over van alles en niets. Als we maar contact hebben en alles delen. Ik denk dat we alles met elkaar bespreken, behalve dan de intimiteiten tussen man en vrouw (lacht). We zoeken elkaar ook veel op, we zien elkaar ongeveer om de maand. Ik bij haar, zij bij mij of samen op vakantie ergens heen.
Voel je een bepaald gemis omdat zij niet in de buurt woont?
Natuurlijk is het leuk als we even samen koffie zouden kunnen drinken als ze om de hoek zou wonen, maar we hebben iedere dag contact via Facetime. Omdat we zo’n hecht contact hebben, is er misschien wel een fysiek gemis maar ik denk dat we allebei wel tevreden zijn zo. Misschien dat we nog wel eens bij elkaar gaan wonen als we vijfenzestig zijn of zeventig, ha ha! Dat heb ik wel ergens zo in mijn achterhoofd.
Voel jij ook aan als er iets met Deborah is? Jullie zijn wel eens ieder van een ander deel van de wereld op een luchthaven aangekomen waarbij bleek dat jullie toen allebei precies dezelfde kleren aan hadden.
Nee. Maar we hebben wel heel veel dingen die wij “echt tweelingzijn” noemen, Zo heb ik nu bijvoorbeeld een gebroken teen omdat ik die onlangs heb gestoten en Deborah had ook last van een soortgelijk probleem terwijl we allebei in ons leven nog nooit iets gebroken hebben gehad! Andere voorbeelden waren dat we allebei – apart van elkaar – precies dezelfde jurk hadden gekocht voor Kerstmis en dat we allebei exact hetzelfde inpakpapier hadden gekozen voor de cadeautjes.
Waarin verschil jij van je zus?
Ik denk dat wij in grote lijnen wel gelijk zijn, we hebben altijd dezelfde ambities gehad. Wel beslis ik vaker iets sneller dan Deborah. Maar dat komt misschien omdat we als tweeling altijd samen waren. Als Deborah dan vroeg “Die of die?”, dan hakte ik de knoop maar door omdat zij niet kon beslissen. Juist omdat we zoveel samen waren, ga je elkaar rollen geven. De verschillen zijn klein, want we hebben in principe toch hetzelfde leven geleid.
Speelt intuïtie een rol in jouw leven en zo ja, welke?
Ik denk dat dit altijd bij iedereen wel speelt. Maar ik denk niet dat in mijn leven veel op intuïtie is gegaan. Mijn carrière bijvoorbeeld is meer gepland dan dat ik een en ander via intuïtie heb gedaan.
Heb je wel eens briljante ingevingen ’s nachts?
Korte stilte. Ik lig wel eens te piekeren ’s nachts maar als het gaat om briljante ingevingen kan ik niet meteen met een concreet voorbeeld komen.
Als ik jou vraag waar het echt om gaat in het leven, wat is dan jouw antwoord?
Ik denk (enige seconden stilte)… wat je gelukkig maakt. En dat is herkenning, liefde voelen. Het draait erom dat je inner peace voelt. Dat je tevreden bent met jezelf. Dat is het streven in het leven, anders loop je altijd te zoeken naar iets. Dat kun je invullen met allerlei dingen. Voor de één betekent dit ergens bij horen, bijvoorbeeld bij een familie, maar voor de ander kan het betekenen: het hebben van een mooie carrière.
Voel jij je tevreden met jezelf, heb jij die inner peace?
Ik voelde die inner peace altijd wel. Alleen de laatste tijd begin ik, waarschijnlijk door het ouder worden, te denken van: hoe gaat het vanaf nu verder? Mijn dochter gaat binnenkort het huis uit. Sinds mijn beide ouders zijn overleden, zijn wij de volgende die aan de beurt zijn. Daar denk ik dan over na. Dus mijn inner peace is nu wat minder omdat ik me geregeld afvraag wat de toekomst ons gaat brengen. Dat deed ik zo’n vijf jaar geleden niet omdat Bente toen nog een stuk jonger was.
Durf jij jezelf 100% van de tijd te laten zien zoals je echt bent?
(Denkt even na.) Ik denk dat ik dat wel doe, ik ben heel erg mezelf. What you see is what you get! (lacht).
Wat is jouw mooiste jeugdherinnering?
Vroeger hadden we de radio aan en namen we liedjes op met een cassetterecorder, We maakten zo zelf cassettebandjes na school, tijdens het kaarten met onze oma. Maar ook stoeprandje spelen met een bal is een leuke herinnering.
Als je jezelf zou moeten omschrijven aan iemand anders, hoe zou je dat dan doen?
Hmmm…, ik denk dat ik vrolijk ben, altijd positief, ik denk dat ik wel een bubbly personality heb. Ik ben optimistisch en extravert. Ik blijf niet hangen in negativiteit. Ik kijk niet achteruit maar ben meer op de toekomst gericht.
Wat doe je als je obstakels tegenkomt op je pad?
Dat ligt er aan hoe belangrijk het is. Als het iets heel cruciaals is of iets dat ik echt graag wil, zet ik de schouders eronder.
Geloof jij in iets hogers?
Nee. Als je dood bent, ben je dood. We zijn weliswaar katholiek opgevoed, maar toen mijn moeder ging scheiden, mocht ze niet meer naar de kerk. Ik vond dat onredelijk en raar. We hadden destijds een vriendinnetje dat apostolisch was en toen begrepen we eigenlijk voor het eerst dat er meer keuzes waren op dit vlak. Dan begin je langzaam te twijfelen. Ik geloof niet dat, als ik dood ben, ik dan naar de hemel ga. En als dat er wel is, dan zie ik het dan wel, prachtig!
Als je hier dan ’s avonds zo op je terras zit en kijkt naar die onmetelijke sterrenhemel…Wat doet je dit?
Als ik daarover ga nadenken, voel ik me heel klein en onbeduidend. Ik sta liever hoog op een berg te kijken naar de twinkelende lichtjes van een stad. Daar kan ik blij van worden.
Heb je wel eens meegemaakt dat er iets begint met een sterk verlangen in je hoofd en dat het zich daarna precies zo verwezenlijkt in de stoffelijke werkelijkheid van alledag?
Nu niet meer maar toen wij heel jong waren en we ons er bewust van werden dat we een carrière wilden op dansgebied, zag ik onszelf wel in Amerika. Hoe dat er precies uitzag, wist ik niet maar we hadden toen een musicalboek met daarin alle grote musicals en daar zag ik me ook wel in optreden later. In die tijd waren er in Nederland natuurlijk nog geen grote musicals zoals nu. Daarvoor moesten we naar Parijs en Amerika, want daar droomden wij van. We waren heel erg gemotiveerd en gedreven.
Als je dit werk niet was gaan doen, wat zou je dan geworden zijn?
Ik denk dat ik wel iets op artistiek vlak zou zijn gaan doen. Het idee was namelijk dat we naar de kunstacademie zouden gaan. Men had gezien dat we op dat gebied, bijvoorbeeld tekenen met houtskool of in perspectief, talent hadden.
Doe je daar tegenwoordig nog wel eens iets mee?
Ja ja, ik heb veel olieverfschilderijen en andere dingen op zolder liggen, maar die heb ik dus niet ophangen (lacht).
Maar het is niet dat het ergens kriebelt, dat je weer graag zou willen gaan schilderen?
Jawel, dat zou ik nog wel eens willen gaan doen. Heel precies werken vind ik fijn. Ik heb bijvoorbeeld een keer gedetailleerde schetsen van huizen gemaakt voor een goed doel in San Francisco. Dus het komt af en toe nog wel eens naar voren. Zo heb ik ook jarenlang met de hand hele grote quilts (lapjesdekens, red.) gemaakt. Dat waren hele moderne en kunstzinnige quilts, met felle kleuren. Dit soort werk lukt me goed omdat ik heel secuur ben.
Welke plek is je favoriete plek in huis?
Hier waar ik nu zit, aan de keukentafel of buiten op het balkon, met de poes en de hond naast me en een kopje koffie.
En wanneer voel jij je ergens thuis?
Euh…. Ik voel me sowieso thuis als ik ergens met Deborah ben. Dat is heel erg cliché maar dan is het plaatje compleet. Ik wil mooie ervaringen graag met Deborah delen omdat ik ze dan ten volste voel. Mijn man Lambert verwerkt ook veel dingen alleen, maar ik heb nou eenmaal van begin af aan altijd dingen met Deborah gedeeld. In die zin komt Lambert dan misschien toch wel op de tweede plaats (lacht). Maar dat was vroeger eigenlijk ook al min of meer zo. Want als ik een mooie tekening had gemaakt, ging ik altijd eerst naar Deborah om die te laten zien in plaats van aan mijn moeder.
Als je nu terugkijkt, wat vind jij dan zelf je grootste persoonlijke succes in je leven?
Qua werk heb ik bereikt wat ik wilde doen. En het feit dat ik inmiddels dertig jaar gelukkig getrouwd ben met Lambert is ook een voorbeeld hiervan. Wat de toekomst voor mijn dochter gaat brengen, is nu nog de vraag. Dat moeten we nog zien hoe dat gaat. Dus een gelukkig gezin hebben vind ik wel het grootste persoonlijke succes.
Heb je nu nog een droom?
Ja. Mijn droom of wens zou zijn dat Bente niet te ver weg gaat wonen zodat we nog steeds een gezin kunnen blijven vormen. Maar ik wil haar uiteraard niet in háár droom hinderen. De wereld is zo open. Soms denk ik: had ik haar maar niet op een internationale school gezet met alle talen die ze nu spreekt, want nu kan ze alle kanten op. Aan de andere kant opent het ook weer mogelijkheden. Want zodra Bente verder weg op een universiteit zit, heb ik meer tijd om eens wat langer naar mijn zus te gaan.
Als je alles nog eens over mocht doen, zou je het dan weer precies zo doen of anders?
Ik ben super gelukkig met mijn ene dochter maar ik zou misschien iets eerder aan kinderen zijn begonnen zodat ik er toch twee had kunnen hebben. Met één kind maak je alles maar één keer mee en je bent zoveel kwetsbaarder met één. Niet dat het verdriet minder zou zijn voor een moeder die een van haar twee kinderen zou moeten verliezen, maar met één kind is het alles of niets. Verder ik zou niet weten hoe ik het anders had moeten doen zodat Deborah en ik dichter bij elkaar hadden kunnen wonen. Mijn man zag zijn toekomst niet op Aruba en Deborah’s man niet in Amerika.
Tenslotte wil ik graag weten welk advies jij de lezers van dit interview zou willen meegeven.
De gelukkigste mensen zijn diegenen die van hun passie hun werk kunnen maken. In die zin heb je dan een stapje voor op de rest. Want dan is er al een richting waar je naartoe wilt zonder dat je daarnaar op zoek moet. Dus mijn advies zou zijn: als je een passie hebt, ga er dan voor!
© Pascale Bruinen
Leave a Reply
Want to join the discussion?Feel free to contribute!