Selffulfilling prophecy
In mijn vorige blog over het placebo-effect beschreef ik hoe talloze wetenschappelijke onderzoeken hebben uitgewezen dat een nepmedicament, nepbehandeling of zelfs nepoperatie lichamelijke klachten aantoonbaar kan verminderen of zelfs genezen. Het effect is ook meetbaar: onder de microscoop wordt na toediening van een placebo geregeld een sterke vermeerdering van de killer T-cellen in het bloed waargenomen, een teken dat het afweersysteem een flinke boost heeft gekregen.
Het placebo-effect berust op een mix van factoren, onder andere de verwachtingen die de patiënt heeft (lees: rotsvast geloof in de werkzaamheid van het middel of de behandeling) en het vertrouwen in zijn of haar arts (lees: rotsvast geloof in diens deskundigheid en betrouwbaarheid).
Geloof – een geïnternaliseerde mindset – in de heilzame werking van nepmiddel- of behandeling leidt dus tot fysieke veranderingen. Met andere woorden: de staat van je geest beïnvloedt de staat van je lichaam via de werking van je centraal zenuwstelsel, je hormoonstelsel en je afweersysteem. Geloof in genezing leidt namelijk tot een positief verwachtingspatroon. Zodoende krijgen al je lichaamscellen de boodschap: ‘(Over)léven!’ en die gaan zich daar vervolgens kennelijk naar gedragen.
Een mooi voorbeeld van wat geloof kan doen – zowel in positieve als in negatieve zin – is te vinden in het beroemde boek Love, Medicine and Miracles van Bernie Siegel, een Amerikaanse chirurg en schrijver die vele kankerpatiënten heeft behandeld. In zijn boek beschrijft hij onder andere het geval van een man die leed aan een terminale vorm van kanker. Hij kon niet meer lopen, had voortdurend pijn en benodigde extra zuurstof. Als ultieme overlevingspoging kreeg hij een experimenteel maar veelbelovend medicijn toegediend. De verwachtingen van specialisten én patiënt waren hooggespannen.
Kort nadat de man met het medicijn begon, ging zijn gezondheid met sprongen vooruit. Op een gegeven moment liep hij weer rond, benodigde hij geen zuurstof meer en bleken zijn tumoren enorm geslonken, tot verbijstering van zijn specialisten. Want zó’n positief dramatisch effect van de medicatie hadden ze nou ook weer niet verwacht.
Zijn genezing ging in rap tempo door totdat er na enige tijd berichten in de pers verschenen die meldden dat het medicijn helemaal niet werkte. De patiënt las – én geloofde – deze krantenartikelen helaas ook. In een mum van tijd holde zijn gezondheid achteruit. Hij overleed een paar weken later.
Dit laatste is een klassiek voorbeeld van het nocebo-effect: een diepgewortelde negatieve overtuiging kan je ziek(er) maken en in extreme gevallen zelfs leiden tot de dood. Zo geeft Siegel ook vele voorbeelden waarin de patiënt na een slechte prognose van zijn arts precies ‘op tijd’ sterft, een duivelse selffulfilling prophecy.
Zowel het placebo-effect als het nocebo-effect toont aan dat onze diepste overtuigingen niet alleen een rechtstreekse invloed op onze gezondheid hebben, maar in het uiterste geval zelfs het verschil kunnen maken tussen leven en dood.
Reden genoeg dus om je eigen overtuigingen eens aan een nadere in(tro)spectie te onderwerpen.