Tag Archief van: toneel

DRIJFVEREN: interview met theaterdier en duizendpoot Peter Noten

D R I J F V E R E N

In het kader van een reeks interviews getiteld “DRIJFVEREN”, interview ik vrouwen en mannen over hun heilige vuur. Wat drijft deze bijzondere mensen eigenlijk, diep van binnen? Ze hebben met elkaar gemeen dat ze succesvol zijn in wat ze doen of deden. Hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen? Waar vinden zij dat het om draait in het leven? En heeft het succes hen ook gelukkiger gemaakt?

Dit keer praat ik, in zijn ouderlijk huis in het centrum van Maastricht, met theaterdier en duizendpoot Peter Noten. Petrus Gerardus Cornelis Marie Noten werd op 8 januari 1973 in Maastricht geboren. Behalve dat Peter een uiterst gedreven vakman is op het gebied van toneel en musicals, is hij ook jurist en schrijver van diverse boeken. Peters theaterhart ging al op jonge leeftijd sneller kloppen toen hij de kneepjes van het vak leerde van zijn vader, journalist en theatermaker Huub Noten. Hij studeerde rechten aan de Universiteit Maastricht en University of Westminster te Londen, waar hij zich specialiseerde in het auteursrecht en waar hij ook onder andere de Workshop for New Producers van The Society of London Theatre volgde. Inmiddels werkt hij als programmeur en hoofd productie bij het Theater aan het Vrijthof te Maastricht. Daarnaast is hij artistiek leider van het Mestreechs Volleks Tejater, in welke hoedanigheid hij vele musicals regisseerde. Peter mocht zich tenslotte ook jurylid van het prestigieuze Musical Awards Gala noemen. Peter woont samen met zijn echtgenote Daisy en dochter Belle in Maastricht.

Foto: Rob Nijpels

“Om succes te hebben moet je je kop boven het maaiveld durven te steken.’

Wanneer wist je dat je, net als je vader, werkzaam wilde zijn in de wereld van toneel en musicals?

Ik was een jaar of vijf, zes toen ik mee mocht naar de voorstelling van Mie fien mamzèlke, de Maastrichtse versie van My Fair Lady die mijn vader regisseerde in de Bonbonnière, de oude stadsschouwburg van Maastricht. Ik zat op het balkon op rij 1 of 2 met mijn moeder en ik dacht: dát wil ik ook, theater maken. Vanaf dat ik twee jaar oud was ging ik met mijn vader al mee naar repetities en voorstellingen. Als kind werd ik ook al gegrepen door klassieke filmmusicals uit Hollywood. Een van mijn favorieten uit die tijd is The Band Wagon (uit 1953) met Fred Astaire en Cyd Charisse die zich ook achter de schermen van een theater afspeelde. Het theater heeft me dus van jongs af aan gefascineerd. Mijn oma had een abonnement voor de schouwburg en zij nam me vaak mee. Daardoor heb ik alle musicals van Jos Brink en Frank Sanders gezien maar ook Robert Paul, Paul de Leeuw. Met mijn vader ging ik als kind al mee naar de Opera van Luik en van Aken, maar ook naar Holiday On Ice en naar het circus. Want hij ging daar als journalist naar toe en mocht dus achter de coulissen komen, dat vond ik geweldig. Als tiener was ik ieder weekend in het theater te vinden bij de producties van ‘t Mestreechs Volleks Tejater, waar ik programmaboekjes verkocht en meehielp om alle rekwisieten klaar te leggen. Ik ben dus gewoon van onderop begonnen en heb zo veel gezien en geleerd. Nu pas besef ik dat dit een voorrecht is. En ik heb gezien wat lachen met een zaal kan doen, soms lagen mensen in het publiek echt in een deuk. Dat alles heeft me gevormd tot hoe ik nu ben, want als ik met kleedsters, technici en ontwerpers praat, weet ik waar ze het over hebben omdat ik me kan inleven.

Waar zit hem jouw fascinatie voor musicals in?

Mij fascineert het omdat musical de meest complete vorm van theater is. Het is totaaltheater waar spel, zang en dans in zitten. Ik ben een mens van het theater, ik spreek de taal van het theater. Ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed. In een musical gaat men zingen als de emotie heel sterk wordt. Zo ga je dus naar de volgende scène. Maar soms kan het verhaal ook in dans uitgebeeld worden. Musical is ook de enige vorm waarin je nog echt “ouderwets” kunt uitpakken met schitterende decors en kostuums. Mensen vinden het prachtig om betoverd te worden. Theater ís betovering. Mensen betalen veel geld voor een kaartje, dan moet je ze ook iets bijzonders bieden. Een belevenis. Je moet groot durven denken. Bij het Mestreechs Volleks Tejater krijgt niemand betaald maar van de kosten om zo’n grote productie neer te zetten kun je gemakkelijk een huis kopen. Daarmee steek ik mijn nek uit maar ik doe het omdat ik erin geloof. Maar als de markt straks verandert en een andere theatervorm beter loopt, kan het best zijn dat het Mestreechs Volleks Tejater daar ook in mee groeit.

Heeft het feit dat je in de voetsporen van je vader trad je bij je carrière geholpen?

Ja en nee. Het heeft me geholpen omdat ik pa’s rechterhand was en overal dichtbij mocht zijn. Maar het nadeel was dat ik me nog meer moest bewijzen. Onze relatie begon als een mentor-leerling verhouding die naderhand is veranderd in een gelijkwaardige relatie. Eerst was ik zijn (regie-)assistent en later werd ik zijn producer. Zodoende kon ik pa af en toe eens terugfluiten als dat nodig was (lacht). Mede doordat zijn gezondheid meer en meer na begon te laten, heb ik steeds meer taken van hem overgenomen. Op 1 januari 2007 heeft hij zijn Volleks Tejater helemaal aan mij overgedragen. Ik vind het een hele eer om zijn levenswerk voort te mogen zetten. Ik kon met niemand zoveel lachen maar ook ruzie maken als met pa. Maar dat ging altijd over de productie en nooit over de persoon. Het uitvechten van zo’n conflict zorgde ervoor dat onze voorstelling ook op een hoger plan werd getrokken. Het knappe van mijn vader was dat hij een neus had voor goede theaterstukken. Hij voelde instinctief aan wanneer mensen iets leuk zouden vinden. Mijn vader had duidelijk het artistieke inzicht, ik meer het zakelijke.

Is jouw vader ook jouw grote voorbeeld?

In dit vak heb je veel mensen die je kent, heel weinig vrienden en een aantal mensen naar wie je opkijkt. Mensen waar je respect voor hebt en die je inspireren. In mijn vakgebied heb ik er een paar, bijvoorbeeld Jacques Senf, de impresario die alle grote namen uit de toneel – en musicalwereld vertegenwoordigde en dankzij wie ik een enorm netwerk heb kunnen opbouwen en vele theaterwetmatigheden heb geleerd. Cameron Macintosh, de producent van de allergrootste musicals. Tegen die man kijk ik echt op en ik had het voorrecht om hem ook ooit een keer de hand te mogen schudden. Maar ik heb ook intense bewondering voor André van Duin. Daarom vond ik het geweldig dat ik hem bij het Musical Awards Gala heb mogen ontmoeten (hij laat een foto op zijn iphone zien van hemzelf met André van Duin, red.). Een keer was was ik tijdens dit gala om middernacht jarig en kwamen mensen als Simone Kleinsma en André van Duin me feliciteren. Toen zei ik tegen mijn vrouw: “Dit alles is niet voor de eeuwigheid dus geniet van dit moment.” Jos Brink, die een goede vriend van mij was, zei daarover altijd: “Succes is wind.” Het komt je aanwaaien maar je bent het ook zo weer kwijt. Voor de mooie dingen die ik nu mag meemaken heb ik wel heel hard moeten werken. Inmiddels heb ik geleerd om ook te genieten en niet alleen maar bezorgd te zijn rondom een voorstelling. Maar de grootste inspirator is mijn vader. Ik vind het erg jammer dat hij de successen die ik nu heb behaald niet meer heeft kunnen meemaken. Vooral dat ik gevraagd ben om zitting te nemen in de Musical Awards Jury is een bekroning op mijn werk. Als er dan zo’n gala is waar heel bekend Nederland op musicalgebied rondloopt die me allemaal kennen, had ik er veel voor gegeven als hij daar bij had kunnen zijn. Maar mijn vader was zo’n grote Maastrichtenaar, bij hem vergeleken ben en blijf ik maar een kleine jongen. Hij deed alles voor de stad en ook nog pro deo.

Heb je niet het idee dat je vader het toch op de een of andere manier allemaal meekrijgt?

Ja, ik zeg altijd dat pa vanuit de “engelenbak” naar beneden kijkt. Ik geloof echt heilig dat hij op die manier nog steeds over alles waakt. Er zijn altijd wel dingen dat ik denk “Goh pa, hoe zou jij dit of dat gedaan hebben?” Maar ik kan het hem helaas niet meer vragen. Toen mijn vader stierf, was Jacques Senf één van de eersten die ik belde en die zei me toen dat ik vanaf dat moment moest gaan vertrouwen op mijn instinct. En dat is ook zo.

Dus jij laat je in jouw leven ook wel eens leiden door wat je gevoel je ingeeft, je intuïtie?

Ja en nee. Intuïtie zegt je iets en negen van de tien keer, zo is mijn ervaring, klopt dit ook. Bij alle belangrijke beslissingen in het leven heb ik wel mensen om me heen die me adviseren en die me tot steun zijn. Mijn vader was daar één van, jouw vader behoorde daar ook toe (mijn vacer was tot zijn dood in december 2012 zakelijk leider van het Mestreechs Volleks Tejater, red.), allebei mensen die ik nu moet missen. Dat waren echt twee consiglieri, om de Peetvaderterminologie te gebruiken. Jacques Senf hoort ook in dat rijtje. En mijn vrouw Daisy is iemand op wie ik altijd terug kan vallen. Maar er zijn er meer die ik regelmatig consulteer.

Als ik je de keuze geef tussen West End of Broadway, wat kies je dan?

West End.

Waarom?

West End vind ik leuk omdat er een heleboel oude theaters zijn. Praktisch zijn die soms niet gemakkelijk omdat ze slechte zichtlijnen hebben en je er een heleboel dingen niet mag doen, maar de sfeer in die Victoriaanse of Edwardiaanse theaters is uniek. Je voelt daar een stukje historie. Als ik de Londen Palladium binnen kom, heb ik meteen het gevoel dat daar alle grote namen hebben gestaan. Laurel en Hardy, Frank Sinatra, Dean Martin, Judy Garland. Die vibes voel ik heel sterk. Dat is het heilige der heiligen. In februari 2010 was ik daar met Daisy, toen nog mijn vriendin, om naar Sister Act te kijken. Ik had toen geregeld dat ik haar na de voorstelling ten huwelijk zou vragen op de bühne. Gelukkig zei ze ja! En later zijn we ook getrouwd in het Theater aan het Vrijthof, op het toneel met al onze vrienden en familie in de zaal.

Aan welke factoren en karaktereigenschappen schrijf jij jouw successen toe?

Je moet jezelf blijven en je houden aan je beloftes. Daarnaast moet je open, eerlijk en oprecht zijn zonder verborgen agenda’s en loyaal blijven, ook als iets mislukt of iets artistiek tegenvalt. Het is belangrijk om te blijven geloven in mensen en je verantwoordelijkheid te nemen naar artiesten, publiek en je collega’s. Als voorbeeld noem ik cabaretier Diederik van Vleuten, jarenlang deel van het succesvolle duo Van Muiswinkel en Van Vleuten. Dat duo hield op te staan en Diederik ging solo verder. Hij bedacht een historisch getinte voorstelling, documentaireachtige kleinkunst die ging over zijn oom die opgroeit in voormalig Nederlands-Indië en die tijdens de Tweede Wereldoorlog in een Jappenkamp terechtkwam. Ik zag dit idee zitten en regelde een try out in de kleine zaal van het Theater aan het Vrijthof. Erna heb ik hem als eerste geboekt voor een grote zaal. Die voorstelling werd een groot succes; mensen herkenden zich in het verhaal dat Diederik vertelde. De mensen hingen aan zijn lippen. Je kon op een gegeven moment een speld horen vallen in de zaal. Toen Diederik tijdens het slotapplaus de zaal toesprak bedankte hij mij omdat ik in hem had geloofd (zijn stem breekt en hij krijgt tranen in zijn ogen, red.). Toen dacht ik Yes! Dát is mijn applaus.

Ik zie dat dit je emotioneel maakt.

Jazeker, want ik geloof in dat product, in dat talent, ik weet dat dit gaat werken. Ja, ik steek mijn nek uit voor een paar duizend euro om zo’n artiest een zeer gewild podium te geven. Maar dat vind ik belangrijk. Dat is waarom ik in dit vak zit.

Heb je zelf nog iets moeten overwinnen om zo succesvol te kunnen worden?

Ik ben van nature verlegen, ik durf niet zomaar op iemand af te stappen. Voor dit vak heb ik dat moeten overwinnen. Maar ik vond het gemakkelijker om op bijvoorbeeld Joop van den Ende af te stappen dan om me de eerste keer aan Daisy voor te stellen, ha ha! Voor dit werk moet je een zekere bravoure hebben want dan krijg je ook dingen gedaan.

Is dat niet heel on-Limburgs?

Ja. Maar om succes te hebben moet je je kop boven het maaiveld durven te steken met het risico dat men hem eraf hakt. Maar als dat niet gebeurt kun je het wel ver schoppen.

Heeft het succes op musicalgebied jou gelukkiger gemaakt?

Ja! Dat zijn echte geluksmomenten die ik koester. Maar natuurlijk heb ik die ook privé gehad toen ik trouwde en mijn dochter werd geboren.

Ben je ondanks je succes ook nog wel eens onzeker?

Natuurlijk! Eigenlijk constant. Als je niet meer aan jezelf twijfelt, zou dat niet gezond zijn. Geen betere kritiek dan zelfkritiek. Ik ben zelf mijn grootste criticaster. En daardoor zoek ik ook de bevestiging, net als alle anderen in de theaterwereld. Zelfs Jos Brink was iedere keer weer doodzenuwachtig bij een première.

Als ik jou vraag waar het echt om gaat in het leven, wat is dan jouw antwoord?

In het leven gaat het om samen zijn. Samen lachen, samen huilen. Als je als mens alleen staat in het leven, ben je soms een arme donder. Je hebt anderen nodig om als mens te kunnen groeien. Ook theater maak je samen, niet alleen. En je moet genieten van de kleine dingen in het leven.

Waar haal jij je inspiratie uit?

Ik ga een aantal malen per jaar naar het buitenland om ideeën op te doen. Maar inspiratie zit ook in kleine dingen. Ik kijk bijvoorbeeld graag naar goede comedy’s. Ik kijk wel met een professioneel oog naar de timing en de grappen, maar ik kan dan ook onbekommerd lachen. Gek genoeg heb ik, net als mijn vader vroeger, de meeste inspiratie als ik me beroerd voel. Dan schrijf ik de mooiste teksten. Daarna wil ik die dan aan Daisy laten horen om te zien of ze grappig zijn. Mijn vader deed dit vroeger altijd met mijn moeder als klankbord, maar die had daar nooit zin in (lacht). En als ik dit nu thuis doe bij Daisy, gebeurt precies hetzelfde. “Hmmm, ik moet het eerst zien” zegt ze dan. Waarop ik haar antwoord: “Daar heb ik niets aan, ik moet nu weten hoe het klinkt!”

Wat zijn je meest in het oog springende karaktereigenschappen?

Hmmm…ik ben zo trouw als een hond. Eigenwijs ben ik ook. Verder ben ik heel standvastig en probeer ik mensen altijd te overtuigen. En ik kan klaarblijkelijk vrij goed mensen enthousiasmeren waardoor ik dingen gedaan krijg die anderen niet voor elkaar krijgen.

Wat doe je als je obstakels tegenkomt op je pad?

Er zijn twee soorten obstakels: soms hebben ze te maken met het feit dat de tijd nog niet rijp is voor datgene wat je wilt bereiken. Dan moet je het ook niet forceren, maar laten rusten. En soms zijn het praktische obstakels die je links – of rechtsom kunt overwinnen. Niet koste wat het kost, maar je moet er wel echt voor willen knokken.

Geloof jij in iets hogers?

Ja. Ik ben als katholiek opgevoed en ik geloof daar nog steeds in. Ik denk ook dat er een hoger plan is en dat het in de hemel heel gezellig is want daar zitten veel mensen die ik ken die samen toneelspelen. Ik geloof ook dat religie je een stuk zekerheid kan meegeven en je houvast kan bieden. Zelf steek ik wel vaker een kaarsje aan bij de Sterre der Zee in de OLV Basiliek.

In de wereld van het toneel bestaat veel bijgeloof. Ben jij bijgelovig en heb je bepaalde rituelen voor een voorstelling?

Ja! Er is een aantal dingen dat in het theater not done is. Een daarvan is door het gesloten voordoek lopen want dat brengt ongeluk voor de voorstelling. Ik heb twee maal meegemaakt dat daarna iemand een been brak. En de tweede is dat je nooit “Veel succes!” mag zeggen, maar wel “Toi toi toi!”. Ik probeer iedere avond hetzelfde ritueel te doen. Als ik achter het toneel op mijn stoel achter het tv-scherm zit, moet ik mijn script, bekertje water, pen, noteblok en headset precies goed hebben liggen. Dan sla ik snel een kruisje en gaan we beginnen.

Als je ’s zomers ’s avonds buiten op je terras zit en kijkt naar die onmetelijke sterrenhemel…Wat gaat er dan door je heen?

Ik kijk niet zozeer met de vraag wat daar boven zou kunnen zijn, maar zie het meer als iets rustgevends. Afgelopen zomer ben ik met mijn gezin naar de Dordogne geweest en keken Daisy en ik daar ’s avonds naar de sterrenhemel. Die rust en duisternis….door het ontbreken van kunstlicht was het daar echt donker, dat was zeer apart.

Heb je wel eens meegemaakt dat er iets begint met een sterk verlangen in je hoofd en dat het zich daarna precies zo verwezenlijkt in de stoffelijke werkelijkheid van alledag?

Ja! Als je jong bent, wil je alles meteen hebben. Maar je moet leren dat je een zaadje moet planten dat je vervolgens moet laten groeien. Dat is moeilijk. Het gegeven dat ik in de jury zat van het Musical Awards Gala is iets waar ik achttien jaar voor heb gewerkt. Om succes te kunnen hebben is een hele grote gunfactor nodig. En die krijg je alleen omdat je een relatie met mensen opbouwt die zien dat je betrouwbaar bent, kennis van zaken hebt, dat je eerlijk bent en jezelf blijft.

Wanneer voel jij je ergens thuis?

Sowieso moet een huis karakter hebben en op een goede plek liggen. Ik voel me pas op mijn gemak als ik mijn boeken om me heen heb en het schilderij dat ik van pa heb gekregen voor mijn 21e verjaardag. Ik hecht niet aan weelde maar vind het wel fijn om mijn favoriete wijn in huis te hebben. In mijn geval is dat een witte Sancerre, dat stamt nog uit mijn jeugd. En ik heb van jongs af aan iets met Paddington Beren. Vroeger, eind jaren zeventig, was er een Engels winkeltje in de stad waar een Paddington Beer in de etalage stond die ik heel graag wilde hebben. Maar die kostte toen negenenzeventig gulden, heel veel geld dus. Mijn moeder heeft toen mijn beer, Sjeng, gepakt, en een houtjes-touwtjes jas voor hem gemaakt. Ze had hem mijn oude laarsjes aangetrokken en een bruine muts van mijn opa op zijn hoofd gezet zodat ik een soort Paddington Beer zou hebben. Heel lief natuurlijk, maar niet het echte werk. Toen heb ik gezworen dat ik, als ik later groot zou zijn en geld zou hebben, zelf een echte Paddington Beer zou kopen. Sinds ik geregeld naar Londen ga, neem ik elke keer een exemplaar mee. Het toeval wil trouwens dat Daisy ook een verzameling Paddington Beren had toen ik haar leerde kennen.

Welke projecten heb je op stapel staan?

Ik heb een wensenlijst van stukken die ik zou willen doen. Dat zijn er nu zo’n twintig. Belangrijk is dat je de tijdgeest mee moet hebben. Nu is het allemaal veel harder en zakelijker geworden dan vroeger. Mijn vader hoefde zich vroeger nooit met sponsoring of subsidies bezig te houden, zoals ik nu wel moet. Je moet jezelf steeds opnieuw blijven uitvinden. Zo heb ik een tak talentontwikkeling opgezet om jonge mensen op te leiden voor toneel en musicals. Bij het Mestreechs Volleks Tejater krijgen we de laatste jaren steeds meer jonge mensen. Na het schooltoneel is er voor deze groep niets meer. Ik wil dat graag doorgeven aan de volgende generatie. De tweede tak die ik heb opgericht is die van jonge technici die hier vlieguren komen maken en de derde bestaat uit een school voor dialectschrijvers van komedies. Die worden door ons begeleid en kunnen hier de kneepjes van het vak leren. Dat is allemaal nieuw en geeft je ook onderscheidend vermogen. Ik vind dat je als theatergezelschap een maatschappelijke taak hebt. Niet alleen dat je stukken opvoert voor een zo breed mogelijk publiek, maar ook dat je vooruit denkt.

Heb je nu nog een droom?

Ik zou graag nog eens een voorstelling in West End willen produceren. Of dat nu nog kan lukken, is de vraag. De smaak is daar inmiddels meer gericht op die van de toerist. En ik zou graag nog voor een andere grote schouwburg willen programmeren. Dat doe ik nu met veel plezier voor Theater aan het Vrijthof, maar ik zou het fantastisch vinden om dat bijvoorbeeld voor Carré te mogen doen. Dan ben je nog dichter bij de echt grote namen.

Als je alles nog eens over mocht doen, zou je het dan weer precies zo doen?

Ja. Maar misschien met dien verstande dat ik in de Sturm und Drang-periode iets rustiger zou zijn en meer mijn tijd zou afwachten. Achteraf denk ik dat ik me te snel wilde bewijzen. Dan zou ik soms wat minder fel zijn geweest naar mijn vader en anderen toe, dan zou ik bedachtzamer zijn geweest en het allemaal iets handiger hebben aangepakt. Dat is een stukje levenservaring, natuurlijk. Je moet innerlijke rust en wijsheid vinden en die komen met de jaren. En ik zou gewenst hebben dat mijn vader alle mijlpalen, zowel privé als zakelijk, had kunnen meemaken.

Tenslotte wil ik graag weten welk advies jij de lezers van dit interview zou willen meegeven?

Blijf altijd jezelf, doe je nooit anders voor dan je bent. Wees eerlijk en voortvarend, gebruik je verstand maar vertrouw op je instinct. Door veel te doen ontwikkel je een eigen smaak. Van tegenslag word je sterker!

 

© Pascale Bruinen